Het is wel niet zo'n grote, maar het is er één. |
De wekker ging om 6.00 uur af om te vertrekken naar L’Aber Wrac’H maar de regen roffelde op het dek en de wind loeide door de tuigage, dus werd er snel een klap op de wekker gegeven en draaiden wij ons nog eens om. We hebben ons bij de havenmeester gemeld en zeiden nog een dag te willen blijven. Wij vielen gelijk met onze neus in de boter, want het hoogseizoen was aangebroken (vanaf 1 juli) en dus moesten wij € 5,00 per dag meer betalen. Omdat er niet gevaren werd, besloten wij te gaan wandelen, tijdens die wandeling door het moeras zijn wij een dolmen tegen gekomen (dit is een monument van de Kelten als overgang naar een andere wereld – begraafplaats).
Het lijkt op een hunebed, maar is het niet. |
De volgende dag kon de wekker een uur later aflopen, vanwege het tij dat wij dan mee hebben.
Het tij is een geografisch en astronomisch fenomeen, waar wij als zeevarende in deze omgeving ons moeten aanpassen, want de stroming is hier zo sterk dat je er bijna niet tegenin komt.
Voor de leergierigen 2 keer per dag stijgt en daalt de zee wisselend tussen eb en vloed. De maan genereert twee tegengestelde krachten die het oppervlak van de oceanen vervormen. Omdat de aarde elke vierentwintig uur om haar as draait, is er een opeenvolgend eb en vloed. Aangezien de maan zich elke dag circa 13 graden verplaatst, wijkt de getijdenklok elke dag circa 50 minuten af.
Wij proberen hier altijd met de stroom mee te liften omdat dat hier gigantisch in tijd en snelheid voordeel geeft.
Vandaag hadden wij 6 uur het tij mee en 2 uur tegen.
De snelheid mee is circa 7 knopen en tegen 3 knopen.
Zoals wij inmiddels gewend zijn kwamen wij hier aan in stromende regen. Onderweg nog wel een dolfijntje gezien en ook hebben wij gevist maar niets gevangen. Ook hebben wij nog mist gehad.
Jachthaven Trébeurden. |
De teller stond vandaag op 54 mijl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten