De volgende ochtend gingen wij bepakt en gezakt op stap.
Wat een troep sjouwt een mens mee voor één overnachting. Onderweg reden wij op
een prachtige kustweg richting Motril en daarna hebben wij de snelweg richting
Granada genomen.
Halverwege zijn wij gestopt bij Lanjarón en wij hebben
daar een zelf gefabriceerde
lunch gegeten, bestaande uit stokbrood en de plaatselijke
ham waar deze plaats bekend om is.
Karel en Mieke hebben nog even een paar verse vijgen geplukt en ook die smaakten lekker. Het was een prachtig dorpje met mooie uitzichten over de bergen en dalen. Daarna zijn wij verder naar Granada gereden, vlak voor Granada hebben wij de afslag genomen naar de Sierra Nevada, we reden toen al snel het Nationaal Park in. De wegen zijn daar smal maar goed geasfalteerd. De auto kon niet sneller dan vol gas in de tweede versnelling (zo stijl was het). Nu telde niet alleen de kilometers horizontaal maar ook verticaal. Wij zijn een paar keer gestopt om de adembenemende omgeving te fotograferen. Als je over de rand van de weg keek, zag je een kilometer dieper een dorpje liggen, de natuur is erg fantastisch. Onderweg hadden we al een paar leuke hotelletjes ontdekt, maar bij het eindpunt kwamen wij in een wintersportdorp terecht wat totaal uitgestorven was. Het begon ook nog te regenen en te onweren. Wij zijn een stuk naar beneden gereden naar een leuk hotelletje wat wij op de heenweg hadden gezien. Natuurlijk hadden ze kamer voor ons, want het was niet zo gek druk, het hoogseizoen is vanaf 1 december tot half april, maar dan ligt er ook een berg sneeuw (http://www.hotelelguerra.com/). Het eten was er prima en de kamers waren goed en van het zwembad hebben wij geen gebruik gemaakt, maar wel van het ligbad.
Nadat wij de volgende ochtend uitgebreid ontbeten hebben,
zijn wij weer de berg opgegaan naar een uitzichtplaats op circa 2200 meter,
hier kon je de hele Sierra Nevada overzien.
Dat was erg imposant en mooi, want bergen op 35 km
afstand kon je duidelijk zien. Het is daar allemaal zo wijds en groots dat wij
allen er erg van onder de indruk waren. Daarna ging de tocht via een klein
weggetje naar beneden, af en toe leken wij wel een duikbommenwerper, zo stijl
was het,
wij zijn een paar keer gestopt voor mooie doorkijkjes over
dal en stuwmeren,
Ook kwamen wij bij een oud stuwmeer, wat wij eerst even goed bekeken hebben.
We dachten nog een lunch in een dorpscafeetje te gebruiken wat hele vriendelijke mensen waren, maar waar wij verjaagd werden door de vliegen en verwilderde katten. Wij hebben hier niets gegeten als de sardines als tapas en zijn er weer snel vandoor gegaan. Sophia zag nog net bij vertrek dat de katten op de tafel sprongen en de restanten sardines opaten. Na onze weg vervolgd te hebben ging het heuvellandschap over in gebergte. Dat werd weer klimmen en dalen en weer met de meest diepe afgronden naast de auto. Dit zijn wegen hier die je beter ‘s nachts niet kan nemen. Maar gelukkig kwamen wij weer heelhuids (inclusief auto) bij de boot aan. ’s Avonds hebben wij met z’n vieren nog in het restaurantje aan de haven gegeten om daarna terug aan boord als een blok in slaap te vallen.
De volgende dag zijn wij ‘s morgens de havenmeester gaan
betalen, want wij wilden hier zo snel mogelijk weg omdat met het warme weer de
haven stinkt naar afval en dode vis, wat precies onze kant op dreef. Op zee
stond een beetje wind waar wij nog even op hebben kunnen zeilen, maar al vrij
snel moest de motor er weer bij. Wij hebben toen besloten om voor anker te gaan
bij het strand van Nerja.
Wat een mooi avontuur! Kom nog maar niet naar NL want regen, regen, regen!
BeantwoordenVerwijderenGeniet van alles, groeten,
Carla