Op dinsdagavond 2
augustus stopte er een motorfiets bij onze boot, met de vraag where do you come
from? Omdat wij de vlag al binnen hadden was de nationaliteit onbekend (bij
zonsondergang wordt de vlag weg binnengehaald en bij het ontbijt wordt hij weer
bijgezet). Wij vertelde de rijdster dat wij uit Nederland komen en begonnen een
heel gesprek, blijkt ze zelf ook een zeilboot te hebben in Australië. Uiteraard
boden wij haar een drankje aan. Wij vertelden dat wij hier een auto wilden huren,
maar er geen beschikbaar was in verband met het hoogseizoen. Zij is wel Australische maar zij heeft hier
ook een huisje met familieleden, want haar roots liggen hier. Zij betrekt het
huisje om de 2 jaar voor een paar maanden en huurt dan een motorfiets. Toen zij
vernam dat wij geen huurauto te pakken konden krijgen. Zij zei dan probeer ik
wel wat te regelen.
De volgende dag om
8.00 uur ’s morgens ging de telefoon dat wij een auto konden ophalen, vanaf 08.40
uur tot 19.30 uur bij het verhuurbedrijf en dat zij die dag onze gids wilde zijn en dat zij ook even thuis onze was zou laten draaien. Zo dat kwam even
mooi uit, want wij weten hier niet de leuke plekjes en stekjes. Omdat zij hier
bekend is hebben wij gevraagd of zij ook onze chauffeur wilde zijn. Daarna zijn wij op safari gegaan over het
eiland Kythira.
Allereerst hebben wij
het kasteel in Chora bezocht, wat een fantastisch gezicht over de baaien van
Kapsali en de wijde omgeving geeft.
Na de wandeling door
het fort en het stadje zijn wij naar haar huisje gegaan en hebben daar koffie
gedronken en de wasmachine misbruikt. Daarna zijn wij verder getrokken door het
landschap naar het klooster in Myrtidia, genaamd “Agia Moni”, de vrouwen
moesten een lange rok aan, voordat wij het klooster in mochten, er lagen genoeg
leenrokken.
De kloostercellen
waren in gebruik door pelgrims en geestelijke. De kerk is vol met gouden
ornamenten en antieke afbeeldingen. Maria (onze gids) heeft haar boot genoemd
naar één van de heilige uit deze kerk, omdat zij als baby zeer licht van
gewicht was en men vreesde voor haar leven is zij daar gedoopt.
Na het bezoek zijn wij
een klein weggetje opgereden naar het kapelletje van St. Nicolas. Het is in 1626
gebouwd en het leuke is men had geen water genoeg, dus hebben ze toen cement
aangemaakt met wijn. Het kapelletje is voor de zeelieden neergezet.
Wij hebben daarna op
een terras een hele koele J versnapering genoten, bij watervallen die droog stonden (hun wel, wij
niet).
De tocht werd
voortgezet naar de ruïnes van één van de eerste christelijke nederzetting in
Griekenland. Toen de turken daar achter kwamen heeft Barbarossa daar iedereen
uitgemoord. De ruïnes staan daar nog precies als toen.
Daarna hebben wij bij
Avlemonas, aan de zuidoost kust, van de lunch genoten, dit is een piepklein
haventje (waar wij ’s zondags niet meer bij pasten) en nu zaten wij
prinsheerlijk op het terras met overzicht over het haventje en hebben van
allerlei soorten vis gegeten, zoals wij voorheen een keer gedaan hebben met
Elly en Gerard op Trizonia.
Daarna zijn wij weer
verder gereden naar het binnenland naar Mitata, we hebben daar de bron bezichtigd
en hebben daar van het frisse water gedronken en ons gezicht opgefrist. Daar
het bloedje heet was, kwam dat zeer goed uit.
We hebben de ruïne van
het kerkje bezichtigd dat door een aardbeving in 1963 bijna totaal vernietigd
was. George Miller (producer Mad Max e.d.) wil het hele zaakje weer herbouwen
maar dan op een andere plaats, want hier rammelt de aarde teveel.
Toen zijn wij meer
noordwaarts gereden richting Platia Ammos, onderweg kwamen diverse donkey stops
tegen. Dat zijn zeer kleine huisjes (lijkt meer op een overdekte bushalte)
bestemd voor het uitrusten en schuilen voor mens en ezel dat in vroeger tijd
gebruikt werd, maar nu nog steeds duidelijk zichtbaar in het landschap zijn.
Op de terugweg zijn
wij langs de supermarkt gegaan en hebben bij Maria thuis de was opgehangen. Die
zij de volgende dag op de motorfiets bij ons aan boord gebracht heeft.
Onderweg nog een leuk
fotootje gemaakt van de haven Kapsali.
Wij zijn ’s avonds als
een blok in slaap gevallen.
De volgende dag
merkten wij dat wij niet zo goed meer in de contanten zaten en zochten hier in
het dorp naar een flappentapper. Wij liepen op de boulevard een man tegen het lijf
die accommodaties verhuurd en vroegen hem de weg naar de pinautomaat. Die zei,
o dan moet je in Chora wezen, ik ga over een paar minuten daarheen, dan kan je
mee rijden. Dus wij in zijn auto de berg op naar de pinautomaat, eenmaal gepind
konden wij ook weer mee terug rijden, dat was voor ons een mazzeltje.
’s Avonds is Maria nog
bij ons aan boord geweest en bracht wat kleine hapjes mee. We hebben
afgesproken dat zij met ons meegaat naar Dhiakofti en vandaar regelt zij
vervoer terug naar haar huis.
Wat frappant is, het
hele eiland kent Maria. De familiebanden hier op Khytheria zijn zo enorm dat
iedereen iedereen kent of je nu in Australië woont of hier.
Hoi, het is leuk om zo het eiland te verkennen.
BeantwoordenVerwijderenEr zijn veel Grieken geemigreerd die toch weer regelmatig terug gaan. Jullie zijn nu weer teruggevaren naar Diakofti
Groetjes 10&F